Waar heb jij last van?
Het is soms moeilijk te beoordelen of je kortademig bent. Kortademigheid kan ontstaan door een aantal oorzaken. De belangrijkste oorzaken zijn infecties van het keel-neus-oorgebied (met verstopte neuzen), onderste luchtweginfecties (longontsteking), astma, of de combinatie van astma met een infectie. Ook het begrip ‘benauwdheid’ veroorzaakt soms verwarring. Soms wordt benauwdheid ervaren door een verstopte neus, door angst (bij hyperventilatie) of door hijgen na inspanning. Dit soort sensaties of emoties hoeven helemaal niets te maken te hebben met astma. Bij astma is het moeilijk (het kost veel energie) om te ademen, ook door de mond. Vooral het uitademen het probleem. Er kan ook een bemoeilijkte ademhaling zijn, zonder dat iemand zich daar bewust van is of er zichtbaar ‘last’ van heeft.
Wanneer er klachten zijn die passen bij astma, bezoek je waarschijnlijk eerst de huisarts. De huisarts verwijst je indien nodig door naar kinderarts of kinderlongarts. Maar wat gebeurt er dan?
Anamnese
De eerste keer dat je de dokter (huisarts of kinder(long)arts) bezoekt in verband met je klachten, wordt je verhaal gehoord en opgeschreven. Er wordt gevraagd naar het verleden, ook naar de zwangerschap, geboorte en eerste levensmaanden. Dit kan belangrijk zijn in het licht van de huidige klachten. Andere belangrijke informatie waar naar gevraagd kan worden: de blootstellingen aan sigarettenrook, allergenen (huisdieren, vochtplekken, pollen, huisstofmijt), de behuizing, inrichting van woning en slaapkamer enzovoort.
Het is ook belangrijk om te weten of je eczeem hebt gehad, of er voedselallergieën bekend zijn en of er astma, allergie of eczeem in de familie zit. Omdat astma juist typisch een aandoening is die zeer varieert in de loop van de tijd, en iemand er soms helemaal geen klachten van hoeft te hebben, is hele verhaal belangrijk.
Daarnaast wil de dokter weten wanneer de klachten van hoesten, piepen of kortademigheid optreden: op welk moment van de dag en de week, in welk seizoen, en op welke plekken je dan geweest bent (bijvoorbeeld thuis, op school, de sportclub of na contact met dieren), hoe jouw conditie is en of je iets aan sport doet. Deze informatie is nodig om de klachten beter te kunnen beoordelen en de behandeling daarop af te stemmen.
Ook kan de dokter kiezen om onderzoek te doen. Wil je weten welk onderzoek?